Onderzoek Detail

In dit advies geven de SER Brabant en de Provinciale Raad voor de Leefomgeving  een reflectie op de herijking van het programma werklocaties van de provincie. 

Het advies is breed van opzet. Veel aandacht wordt besteed aan de noodzaak van een nieuw en breder  rendementsdenken over werklocaties. Van een puur kwantitatieve benadering naar bredere afwegingen in termen van vitaliteit, concurrentiekracht en leefbaarheid. In dat verband wordt met het begrip ‘functionele regio’ een andere benadering geïntroduceerd. Ook wordt aanknoping gezocht bij nieuwe ruimtelijke concepten die passen bij de nieuwe economie, waarbij dwingende trends als duurzaamheid (circulaire economie) en e-commerce meer centraal komen te staan. Daarbij wordt tevens de vraag gesteld wat dit alles zou moeten betekenen voor de herstructurering van bedrijvenlocaties in Brabant en de vervolgopdracht aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) die daarbij aan de lat staat. Dit krijgt aandacht in een apart hoofdstuk. Specifieke aandacht wordt ook besteed aan de opgaven in het landelijk gebied rond de herbestemming van agrarische locaties. Als gevolg van de transities in de agrosector zijn daar vergelijkbare ingrijpende herontwikkelingsopgaven aan de orde en dat vraagt evenzeer ruimte voor vernieuwing. Beschreven wordt hoe de provincie daaraan een belangrijke impuls kan geven door het ontwikkelen van nieuwe instrumenten om gemeenten en regio’s te ondersteunen. Tot slot wordt specifieke aandacht besteed aan de ontwikkelingen in de logistieke sector, door de provincie terecht als ruimtelijke-economische groeisector aangeduid. Vraag is echter hoe die groei precies ruimtelijk gaat doorwerken en hoe dat zou moeten worden gefaciliteerd.