Onderzoek Detail

![]() |
Brabants Verkeersveiligheidsplan programma 2012-2016 | 17-11-2015 | afgerond |
![]() |
![]() |
Looptijd | 2015-11-17 t/m 2015-12-18 |
![]() |
Opdrachtgever | |
![]() |
Contactpersoon | Willem de Graaff |
![]() |
E-mailadres | |
![]() |
Uitvoerder onderzoek | Lysias advies |
![]() |
Auteurs | Schutz, Jeroen, Postma, George |
![]() |
Soort onderzoek | Evaluerend onderzoek |
![]() |
Onderzoeksvraag: De hoofdvragen zijn: 1 Zijn de doelen uit het BVVP waarvoor de provincie verantwoordelijk was bereikt? 2 Welke rol met betrekking tot gedragsverandering is passend voor de provincie om in de toekomst doelmatig en doeltreffend te kunnen opereren? 3 Wat kan op basis van de uitkomsten worden geleerd voor het nieuwe verkeersveiligheidsbeleid vanaf 2016, en waar liggen de kansen? Specifiek ten aanzien van: 3.1 De integrale samenwerking met de 4 O’s, 3.2 De integrale samenwerking binnen de provincie? |
|
![]() |
Omschrijving Onderzoek: In dit rapport beantwoorden we de onderzoeksvragen van de provincie. De conclusie is dat het BVVP een omslag iis n het verkeersveiligheidsbeleid. Met name de rol van de provincie is veranderd. In plaats van initiërend en richtinggevend is de rol van de provincie in het BVVP meer regisserend en faciliterend. De samenwerking is in het BVVP ingevuld als gelijkwaardig partnerschap. De onderzoekers zijn van oordeel dat de beschreven rol passend is voor de provincie en dat deze goed aansluit bij de opgaven van de provincie. De partners vinden de totstandkoming en de inhoud van het BVVP open, inspirerend en stimulerend; mede door het – samen met de partners – neerzetten van een sterke ambitie (“nul verkeersdoden”). Kansen In de uitvoering is men zonder uitzondering positief over de wijze waarop de Provincie het programma en de deelnemende partners faciliteert. Evengoed is er in de uitvoering verdere verbetering mogelijk, door concreter te zijn over bevoegdheden (wie gaat waar over?) en taken (wie doet wat?). Hier liggen de verbeterkansen, waar de Provincie zich overigens bewust van is. Hieronder gaan wij in op deze kansen: 1. Rollen Het blijkt voor de provincie moeilijk om ‘in vertrouwen los te laten’, al voelt een aantal partners zich juist comfortabel met de huidige rolinvulling. Het beeld is dat de provincie op sommige onderwerpen nog veel stuurt en bepaalt. De voorbereiding en besluitvorming over de strategie en de communicatiecampagne gebeuren (in overleg met de regio’s) door de provincie. De vraag is of dit past bij de geschetste rol in het BVVP en gelijkwaardig partnerschap. Op projectniveau is voor alle betrokkenen duidelijk dat de regio’s en gemeenten zelf kunnen bepalen aan welk project wordt deelgenomen. Communicatie over de verwachtingen over elkaars rollen (‘wie gaat waar over’) kan richting het nieuwe programma duidelijkheid bieden. 2. Samenwerking De wijze waarop de samenwerking rond het BVVP nu is vormgegeven is voor verbetering vatbaar. Verbetering vormt een voorwaarde voor succesvolle voortzetting van het programma vanaf 2016. De vormgeving van de samenwerking op het strategische, tactische en operationele niveau is onduidelijk en ook de wisselwerking tussen de niveaus kan beter. Zowel de ambassadeurs als de klankbordgroepleden menen dat zij ‘gaan’ over het strategische en tactische niveau. De samenwerking met de 4 O’s staat nog in de grondverf en gebeurt nu alleen op het operationele niveau. Voor het draagvlak in de maatschappij is het goed om ook op het strategische niveau de verbinding met de andere 3 O’s aan te gaan. 2 Een derde aandachtspunt is de verkokering van de beleidsdomeinen binnen het provinciale ambtelijke apparaat. Verkeersmanagement, infrastructurele aanpassingen, gedragsbeïnvloeding en handhaving zijn ‘in het veld’ geen gescheiden entiteiten. Kortom waar de partners integraal denken en werken werkt de provincie verkokerd. 3. Leren en bijsturen Het verband tussen de investeringen/inspanningen van de provincie en het bereik en de zichtbaarheid van een actie/project is voldoende zichtbaar gemaakt; de kwaliteit ervan en met name de effecten (outcome) zijn nog ongewis. Deels komt dit doordat er een bewuste keuze is gemaakt om geen concrete doelstellingen of output/outcome-indicatoren op te nemen in het programma. Dit vanuit de aanname dat het verband tussen het beleid en het al dan niet afnemen van verkeersslachtoffers niet is aan te tonen. Dit maakt wel dat het lastig om goed onderbouwde (en scherpe) keuzes te maken voor het nieuwe programma. |
|
![]() |
Rapport | Evaluatie samenwerking verkeersveiligheid Noord-Brabant Wat is er van samenwerking terecht gekomen? |