Onderzoek Detail

![]() |
Evaluatie beregeningsbeleid -Trendanalyse beregeningsbeleid 2018 | 01-01-2018 | afgerond |
![]() |
![]() |
Looptijd | 2018-01-01 t/m 2018-06-15 |
![]() |
Opdrachtgever | Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta Waterschap De Dommel |
![]() |
Contactpersoon | |
![]() |
E-mailadres | |
![]() |
Uitvoerder onderzoek | Artesia B.V. |
![]() |
Auteurs | Caljé, Ruben |
![]() |
Soort onderzoek | Evaluerend onderzoek |
![]() |
Onderzoeksvraag: In 2015 hebben de drie waterschappen in Noord-Brabant een analyse uitgevoerd, om vast te stellen wat de trend in grondwaterstanden is (WS Aa en Maas, WS De Dommel en WS Brabantse Delta, 2015). Als indicatoren van de grondwaterstanden zijn hierbij de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG), Gemiddelde Voorjaars Grondwaterstand (GVG) en de Gemiddeld Laatste Grondwaterstand (GLG) gebruikt, samen aangeduid als GxG. De trend is zowel direct op de metingen, als via tijdreeksanalyse bepaald. Bij de bepaling van de trend met tijdreeksanalyse is het effect van meteorologie uit de meetdata gefilterd. Op deze wijze is dus een klimaatonafhankelijke GxG bepaald. Een trend zal dan veroorzaakt worden door een verandering van de afwatering, onttrekking of een andere invloed op het grondwatersysteem. Voor het uitvoeren van de tijdreeksanalyse is destijds het computerprogramma Menyanthes gebruikt, wat voor deze analyse tot redelijk veel handmatige handleidingen leidt. In 2018 bestaat de wens om deze analyse te herhalen, om te verkennen of de eerder gevonden trend doorzet. Net als in 2015 zal de analyse worden uitgevoerd op basis van de peilbuizen van het beleidsmeetnet beregening Brabant. De analyse zal worden uitgevoerd met de open-source Python-package PASTAS, ontwikkeld door de TU Delft en Artesia. |
|
![]() |
Omschrijving Onderzoek: In 2018 wordt het beregeningsbeleid geëvalueerd, In navolging van de trendanalyse die in 2015 is uitgevoerd, is er in het kader van de beleidsevaluatie wederom een trendanalyse uitgevoerd. In totaal zijn de grondwaterstanden op 58 locaties verspreid over de provincie geanalyseerd. Hierbij is onderscheid gemaakt naar de verschillende grondwater deelgebieden, te weten: Centrale Slenk, Kempisch Plateau, Peelhorst, peilgestuurd en West-Brabant. Als indicatoren van de grondwaterstand zijn de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG), Gemiddelde Voorjaars Grondwaterstand (GVG) en de Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG) gebruikt. De trend in grondwaterstanden is zowel direct op basis van de meetreeksen als op basis van tijdreeksmodellen bepaald. Het gebruik van tijdreeksmodellen heeft als doel om de grondwaterstanden onafhankelijk te maken van de variatie in de meteorologie (neerslag en verdamping). De overgebleven trend wordt dan waarschijnlijk bepaald door aspecten waar de mens meer invloed op kan uitoefenen. |
|
![]() |
Rapport | Evaluatie beregeningsbeleid - Trendanalyse beregeningsbeleid 2018 |